Transit

Uitvoeringsinstructies

1+1+1+2+1+4... | Guy De Bièvre

Deze compositie werd geschreven voor een gitaarensemble, maar kan eveneens door een ander instrumentarium worden gebracht. Dit kan een stijkensemble zijn, een groep blazers, een groep melodisch slagwerk (marimba, virbrafoon, klokkenspel...), of een mix van dit alles. De compositie hoeft dus zeker niet door alleen gitaren te worden uitgevoerd.

Enkele aanvullingen bij de speelinstructies van 1+1+1+2+1+4...
- Bepaalde lage of hoge instrumenten, of instrumenten met een laag of hoog register (zoals een tuba, basgitaar, klokkenspel, piano of harp) mogen het notenmateriaal ook octaveren. Eens voor een bepaald octaaf werd gekozen dient dit gekozen octaaf wel het hele stuk lang te worden behouden. Alle noten blijven bijgevolg steeds in hetzelfde octaaf liggen, en mogen doorheen het werk nooit eenmalig worden geoctaveerd.
- Het vierkant, met daarin bv. 4: je kiest vier noten uit je reeks. De volgorde waarin je ze speelt is niet belangrijk, het octaaf waarin deze worden gespeeld blijft wel steeds hetzelfde.
- Driehoek: afwijkende technieken kunnen bijvoorbeeld zijn: sul ponticello spelen, tremolo, gebruik maken van harmonieken, kleurtrillers, bisbigliando...
- Wanneer het werk wordt uitgevoerd met instrumenten die slechts een toon tegelijk kunnen spelen (bijvoorbeeld blazers), kunnen de akkoorden gespeeld worden als arpeggio (snelle opeenvolging van noten uit de reeks).
- Bij het melodisch fragment liggen enkel de toonhoogtes vast, het ritme mag vrij worden gekozen (de kwartnoot gevolgd door twee achten is slechts indicatief). Bij het ritmische motief is de toonhoogtekeuze geheel vrij, zolang de noten afkomstig zijn uit de reeks.






De TRANSIT collectie is een initiatief van MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek], in samenwerking met Festival 20/21 en met de steun van Stad Leuven.