Transit

Jurgen De Pillecyn | Capriccio Lovaniensis | 2006

Reeds na enkele bladzijden componeerwerk drong zich de idee van het grillige en gefantaseerde op. Rekening houdend met de wel ongewone Pierrot lunaire-bezetting van de opdracht (klavier, twee strijkers en twee blazers), waar ik omwille van de klankvolheid de altviool aan toevoegde, zocht ik naar een manier om aan een al te klassiek keurslijf te ontsnappen. Een aantal schetsen dreef me uiteindelijk in de richting van een vrijere en ‘capricieuze’ melodievorming
zonder de vorm al te veel geweld aan te doen. In die zin sluit dit werk dan ook aan bij de opvattingen van Praetorius, die het capriccio als een balanceren tussen respect voor de ‘regels’ en de vrije loop van de fantasie definieert (een ‘fantasia subitanea’ noemt hij het in 1618), eerder dan dat het naar de meer romantische visie à la Hoffmann of Schumann op deze vorm zou verwijzen.


Lees verder »

De gegevens volgen elkaar soms onverwacht op en proberen het behoud van hun karaktertekening  op de verschillende compositietechnieken af te dwingen. Toch bleken imitatie, variatie en zinsontwikkeling onontbeerlijk voor de nodige continuïteit en ‘vaste bodem’. Vooral het eerste thema (in de fluit) is nogal eigenzinnig geschetst, met abrupte sprongen en metrische afwisseling. Alles verloopt vluchtig, is nerveus geciseleerd en jaagt zich in een verwerking van het kopmotief van de eerste themagroep naar een eerste climax toe.

Dan zetten de strijkers, helemaal in de lijn van het aangewezen ‘tweede thema’, een nieuwe toon. Van een doorwerking kon natuurlijk geen sprake zijn. Ik verkoos een soort ‘motorisch moment’, een overgang zoals in de aristotelische dramaleer, met ook hier een onverwachte wending. Om dit beter in de verf te zetten opteerde ik voor een 'organum'-stijl, met aangehouden harmonieën in de strijkers, een traag evoluerende melodie onderaan (basklarinet) en snelle interjecties in het bovenste register (piccolo). De ‘reprise’ vindt het élan van de beginmaten terug.

De allusie op Leuven in de titel refereert niet alleen aan de opdrachtgever, maar ook aan mijn vervlogen studentenjaren aan de K.U.Leuven, die evengoed getekend werden door het heen-en-weer tussen orde en risico, tussen wetenschap en fantasie, traditie en experiment, en waar vooral voor ieder antwoord een veelvoud aan nieuwe vragen opdoemde. En om eerlijk te zijn: in de kwestie prima prattica (de ‘regels’) en seconda prattica (de ‘vrijheden’) zie ik nog altijd niet klaar.

Capriccio Lovaniensis werd gecomponeerd in opdracht van TRANSIT en aldaar gecreëerd op 27 oktober 2006 door Het
Collectief. (Jürgen De Pillecyn)




Ook interessant...

Kijk ook eens naar deze werken

De TRANSIT collectie is een initiatief van MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek], in samenwerking met Festival 20/21 en met de steun van Stad Leuven.